Kaders
Het project Generieke functies maakt gebruik van de volgende kaders:
Bij vertrouwd en betrouwbaar inloggen wordt gebruik gemaakt van de huidige standaard in de zorg.
Op moment van schrijven kan alleen ondersteuning voor vrijwillige vertegenwoordiging worden meegenomen, omdat wettelijke vertegenwoordiging en ouderlijk gezag nog niet door TVS en DigiD ondersteund worden. Het idee is om VAD zodanig in te richten dat als andere vormen van vertegenwoordigen via DigiD beschikbaar komen deze ook ondersteund worden.
Gebruik van VAD is in ieder geval noodzakelijk bij onderstaande activiteiten ieder ander gebruik bv inloggen in het PGO is vrije keuze:
MedMij onboarding van de zorggebruiker
Wijziging van toestemmingen.
Bij het aansluiten/accepteren van nieuwe zorgaanbieders (niet als DVT pseudoniemen kan (laten) berekenen).
Periodiek om ook in de PGO te bewijzen dat de persoon nog steeds dezelfde is.
Werking van VAD, in combinatie met BSNk, is voor MedMij een Blackbox. MedMij beschrijft alleen het gebruik van de benodigde interfaces (of verwijst naar beschrijvingen bij VAD zelf).
Bij vertegenwoordiging (in welke vorm dan ook) worden altijd twee identiteiten of twee pseudoniemen gecommuniceerd, zodat alle partijen weten dat het om vertegenwoordiging gaat.
VAD identiteiten zijn door het hele MedMij netwerk en relevante (generieke) functies zoals lokalisatie en toestemmingen te gebruiken, zonder dat de zorggebruiker opnieuw hoeft in te loggen. (Voor het wijzigen van toestemmingen (geven, aanpassen, verwijderen) moet wel altijd ingelogd worden.)
Generieke functies, zoals toestemmingen en lokalisatie, zijn door het hele MedMij netwerk te gebruiken, zonder dat de zorggebruiker hiervoor opnieuw toestemmingen hoeft te geven.
VAD moet zowel binnen als buiten het BSN domein kunnen werken.
DVT en DVL moeten te allen tijde met elkaar kunnen communiceren, zonder hiervoor toestemming van de Persoon te moeten krijgen. Dit om de juiste informatie aan het overzicht van toestemmingen te kunnen toevoegen.